(1) Als deoxidizer.
Het stalen procesproces is het proces van het bestrijden van gesmolten ijzer en het verwijderen van schadelijke onzuiverheden zoals fosfor en zwavel door zuurstof te blazen of oxidatiemiddelen toe te voegen. Het proces van het verfijnen van het raffinage van het razen in staal verhoogt het [O] gehalte in het gesmolten staal. [O] Het bestaat meestal in de vorm van [Feo] in gesmolten staal. Als het overtollige zuurstof dat in het staal blijft niet worden verwijderd, kan deze niet worden gegoten in gekwalificeerde stalen billets en kan staal met goede mechanische eigenschappen niet worden verkregen. Om dit te bereiken, is het noodzakelijk om enkele elementen toe te voegen die een sterkere bindkracht hebben met zuurstof dan ijzer en waarvan de oxiden gemakkelijk uit het gesmolten staal in de slak worden verwijderd, om de [O] uit het gesmolten staal te verwijderen. Dit proces wordt deoxidatie genoemd. De legering die wordt gebruikt voor deoxidatie wordt een deoxidizer genoemd.
De volgorde van de bindingssterkte van verschillende elementen in gesmolten staal tot zuurstof, namelijk het deoxidatievermogen, van zwak tot sterk is als volgt: chroom, mangaan, koolstof, silicium, vanadium, titanium, boor, aluminium, zirkonium, calcium. Daarom worden ijzerlegeringen samengesteld uit silicium, mangaan, aluminium en calcium vaak gebruikt voor deoxidatie bij stalen.
(2) als een legeringsagent.
Legeringsstaal heeft verschillende eigenschappen vanwege de aanwezigheid van verschillende legeringselementen. Het gehalte aan legeringselementen in staal wordt aangepast door ferroalloys toe te voegen. De ferroalloy die wordt gebruikt om het gehalte aan legeringselementen in staal aan te passen, wordt een legeringsagent genoemd. Gemeenschappelijke legeringsmiddelen zijn onder meer ferroalloys zoals silicium, mangaan, chroom, molybdeen, vanadium, wolfraam, titanium, kobalt, nikkel, boor, niobium, zirkonium, enz.
(3) als een nucleatenmiddel voor het gieten.
Een van de maatregelen om de prestaties van gietijzer en gegoten staal te verbeteren, is het wijzigen van de stollingsomstandigheden van de gietstukken. Om de stollingsomstandigheden te veranderen, worden bepaalde ijzeren legeringen vaak toegevoegd als kristalkernen voordat ze gieten om korrelcentra te vormen, waardoor het gevormde grafiet fijner en meer verspreid is, en de korrelgrootte verfijnen, waardoor de prestaties van de gieting worden verbeterd.
(4) Als een reductiemiddel.
Ferrosilicon kan worden gebruikt als een reductiemiddel bij de productie van andere ferroalloys zoals ferromolybdeen en ferrovanadium; Siliciumchroomlegering en mangaan -siliciumlegering worden gebruikt als reducerende middelen voor de productie van respectievelijk gemiddeld chroom ijzer met laag koolstof en gemiddeld koolstofarme mangaan.
(5) Ander gebruik.
Ferroalloys worden in toenemende mate gebruikt in non-ferrometallurgie en chemische industrie. Medium tot laag koolstof mangaan -ijzer wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de productie van laselektroden; Chroomijzer wordt gebruikt als een anodemateriaal voor het produceren van chroomverbindingen en chroomplaten, en sommige ijzeren legeringen worden gebruikt voor het produceren van resistente materialen met hoge temperatuur.
